Unieke samenwerking bij herstel wervengebied

De gemeente Utrecht en eigenaren van de werf-, kluis- en straatkelders slaan de handen ineen voor het behoud van het historische wervengebied. Op verzoek van de eigenaren wordt de gemeente opdrachtgever voor het herstel van de eeuwenoude kelders. De keldereigenaren betalen voor het herstel een eigen bijdrage van gemiddeld 20 procent van de herstelkosten.
Met het genomen besluit volgt het college het advies van keldereigenaren over een regeling voor kelderherstel. Herstel van het Utrechtse wervengebied is noodzakelijk om het gebied de komende decennia veilig te houden en te behouden, zodat we er ook in de toekomst van kunnen genieten.
De afgelopen 3 jaar is samen met keldereigenaren onderzocht hoe de regeling ingevuld kon worden. Eigenaren gaven aan dat het voor hen heel ingewikkeld is om de historische kelders zelf te herstellen. Vanwege de techniek, maar ook omdat de kelders zijn verweven met de wal- en kluismuren, straat, werf, afwatering en kabels en leidingen die op of in de kelder liggen. Daarbij heeft de gemeente de wens om de verschillende werkzaamheden zoveel mogelijk tegelijk uit te voeren. Op advies van de keldereigenaren wordt de gemeente opdrachtgever voor het werk aan de kelders. De gemeente regelt alles: de inspectie van de kelder, aanbesteding van de aannemer, planning en uitvoering van het werk, de afstemming met de eigenaren van de kelders ernaast en de coördinatie met het werk aan kabels en leidingen.
Het herstel van een kelder kost veel geld: tussen de € 160.000 en € 350.000. De keldereigenaren betalen een eigen bijdrage aan het herstel van de kelders. De gemeente neemt gemiddeld 80 procent van de herstelkosten voor haar rekening en de keldereigenaar 20 procent – net als bij de tijdelijke subsidieregeling die tijdens de onderzoeksfase van kracht was. Bij het vaststellen van de bijdrage wordt rekening gehouden met de grootte van een kelder en de hoeveelheid herstelwerk die nodig is. De eigen bijdrage voor een kleine kelder met weinig schade is lager dan voor een grote kelder met veel schade. Eigenaren die fiscale voordelen hebben zoals sommige ondernemers, betalen een hogere bruto bijdrage. Voor kelders die zo laag of klein zijn dat de eigenaar deze praktisch niet kan gebruiken, geldt een kleinere bijdrage. Ook is er via het Utrechts Wervenfonds een lening tegen lage rente beschikbaar.
De regeling maakt de weg vrij voor een slimmere aanpak van het werk aan het wervengebied als geheel. Door het herstel van de kelders te combineren met onderhoud van de werf- en kluismuren, afwatering, straat, kabels en leidingen, geeft het werk minder overlast in de binnenstad. De kans op schade in de omgeving wordt kleiner en het werk kost uiteindelijk minder tijd en geld. Ieder jaar plant de gemeente 4 jaar vooruit welk stukje gracht wordt aangepakt. Keldereigenaren kunnen hun kelder aanmelden voor herstel, de gemeente bepaalt vervolgens welke kelders, muren, kabels en leidingen de hoogste prioriteit hebben. Zodra een kelder in het 4-jarenplan staat, neemt de gemeente contact op met de eigenaar. In dringende gevallen blijft het mogelijk om een individuele kelder versneld te herstellen.
Keldereigenaren en gemeente waren het in 2024 al eens geworden over de uitgangspunten van de regeling. De gemeenteraad stelde deze op 12 december 2024 unaniem vast. Een werkgroep van vereniging De Utrechtse Werfkelders (DUW), keldereigenaren en de gemeente heeft de uitgangspunten uitgewerkt in een advies aan wethouder Rachel Streefland. Daarnaast heeft de gemeente de mening van de keldereigenaren gepeild met informatiebijeenkomsten en een online vragenlijst. Het college van B en W heeft het advies van de werkgroep helemaal in haar besluit overgenomen. Tot eind dit jaar heeft de gemeente nodig om alles voor te bereiden voor de uitvoering. Keldereigenaren blijven daarbij betrokken en zullen de regeling samen met de gemeente ook regelmatig evalueren.
Lees hier de samenvatting van de regeling en hier de raadsbrief